Hallo verzamelaars in Nederland en de rest van de wereld. Op deze site zijn we leuke en vreemde verzamelobjekten aan het presenteren. Onder deze voorwerpen kun je dingen verwachten van Serge Gainsbourg, Michaelis, Elf Provincien, ronde puzzels, Simplex, Tom-Tas, Kolibri en Pinkwin. Maar ook voorwerpen uit Lourdes, De Fabeltjeskrant, Rick de Kikker, Man from U.N.C.L.E en zelfs enige erotiek. Ja ja, een veelzijdige verzameling is de essentie van HET Verzameloord.

donderdag 21 februari 2013

GERRY ANDERSON 8/24: THUNDERBIRDS (1965-1966)

Op Tweede Kerstdag 2012 overleed televisieproducent Gerry Anderson op 83 jarige leeftijd. Ondanks zijn grote oeuvre was/is hij in Nederland eigenlijk alleen bekend als maker van de legendarische poppenserie The Thunderbirds. Reden voor HET Verzameloord om daar verandering in te brengen. Wekelijks (elke donderdag om 17.00u) aandacht voor de omvangrijke loopbaan van deze Engelse televisiemaker.


Vandaag deel 8: The Thunderbirds (1965-1966)


De serie speelt zich af in de 21e eeuw. Over het precieze jaar bestaat onduidelijkheid. In het begin van de serie werd gedacht 2026, maar in de eerste film werd dit bijgesteld naar 2065. Het jaar 2026 komt voor in de laatste aflevering van de serie, "Give or Take a Million", waarin een kalender kerstmis 2026 aangeeft.
De serie volgt de avonturen van de familie Tracy, die bestaat uit de miljonair en voormalige astronaut Jeff Tracy en diens vijf zonen Scott, Virgil, Alan, Gordon en John – ieder vernoemd naar een astronaut van de Mercury Seven (Scott Carpenter, Virgil Grissom, Alan Shepard, Gordon Cooper en John Glenn).[1] De tv-film toont de vijf broers met hun Thunderbirdmachines in volgorde van (lager wordende) leeftijd: Scott, John, Virgil, Gordon en Alan.

 amen met Jeffs moeder (die in de serie alleen "oma" wordt genoemd), de wetenschapper Brains, huishouder Kyrano en diens dochter Tin-Tin wonen de Tracy's op een eiland in de Grote Oceaan. In het geheim zijn ze allemaal lid van de organisatie International Rescue, een internationaal technologisch geavanceerd reddingsteam dat overal ter wereld bij rampen komt helpen met hun machines, de Thunderbirds. Een veel voorkomende tegenstander van het team is The Hood, die vaak grote rampen veroorzaakt om de Thunderbirds te lokken in de hoop hun toestellen te fotograferen. International Rescue wordt bijgestaan door hun agente in Londen, Lady Penelope Creighton-Ward, en haar butler-chauffeur Aloysius "Nosey" Parker. De twee zijn een soort James Bond-agenten.


Gerry Anderson kwam op het idee voor de serie door een mijnramp in Duitsland. Daar raakte een aantal mijnwerkers in oktober 1963 opgesloten onder de grond. De apparatuur die nodig was om hen te redden, moest helemaal vanuit Bremen met de trein naar de plek van de ramp worden gebracht, wat acht uur zou gaan duren. Anderson volgde de reddingsactie en bedacht dat het geweldig zou zijn als er een organisatie zou bestaan die binnen een uur ter plekke kon zijn met de juiste spullen.
De naam Thunderbirds was afkomstig van zijn oudere broer die in de Verenigde Staten gevechtspiloot was en tijdens een van zijn eerste solovluchten over een luchtbasis was gevlogen die Thunderbird Field heette. Ten onrechte wordt nog wel eens gedacht dat de naam afkomstig zou zijn van een Amerikaans luchtstuntteam dat The Thunderbirds heet.

Gerry Andersons oorspronkelijke bedoeling was om een actieserie te maken met echte acteurs. Hij kreeg echter, nadat hij zijn scripts aan verscheidene televisiestations had laten zien, steeds nul op het rekest, omdat de serie door de vele technische snufjes te veel geld zou gaan kosten. Omdat hij toch graag met de serie verder wilde, besloot hij er "dan maar" een poppenserie van te maken. Hij had al veel ervaring met poppenseries, waarvan de bekendste waren: Four Feather Falls, Supercar (uitgezonden door TROS-voorloper REM-eiland), Fireball XL5 en Stingray.
De marionettentechniek in Thunderbirds is veel verfijnder, waardoor het geheel er minder houterig uitziet. De aankleding van de decors en het realisme van de modellen en speciale effecten zorgden er mede voor dat de serie uiteindelijk niet alleen kinderen aansprak maar ook hun ouders en bezorgden de serie in de loop der jaren uiteindelijk een cultstatus, die in de jaren negentig zijn hoogtepunt bereikte.

Hoewel hij nu met marionetten werkte, was de serie nog steeds een van de duurste die destijds is gemaakt. Elke scène kostte veel tijd om te maken vanwege de vele achtergronden en schaalmodellen die nodig waren. Sommige van de schaalmodellen werden door professionele modelmakers gemaakt. Daarnaast werden de schaalmodellen van de machines met verf "verouderd", waardoor ze er realistischer uitzagen. De speciale effecten op miniatuurformaat waren erg lastig, mede doordat niet alle effecten op zo'n kleine schaal realistisch zijn. Met name water en waterdruppels laten zich moeilijk reduceren tot de schaal van de modellen of poppen. Soms was de filmploeg een hele dag bezig voor 5 à 6 seconden film. De serie staat ook vandaag de dag nog bekend om de hoge kwaliteit van de miniatuureffecten. De bedenker, Derek Meddings, deed in deze poppenseries de ervaring op die later te pas zou komen in zijn effecten voor Superman en James Bondfilms.
Gerry Anderson hield eigenlijk helemaal niet van marionetten met hun strakke gezichten. Daarom gebruikte hij een nieuwe techniek die hij supermarionation noemde. De poppen hierin werden niet alleen met touwtjes bewogen, maar hadden ook een mechaniek in hun hoofd die de ogen en de mond perfect lieten meebewegen met de gesproken tekst. Anderson probeerde de touwtjes zo min mogelijk op te laten vallen door ze in de kleuren van de achtergrond te verven. Dit ging in de meeste gevallen goed, maar bij veel close-upscènes zijn nog duidelijk de draden in beeld te zien.
Voor erg lastige handelingen, zoals het oppakken van een voorwerp of het indrukken van een knop, werd vaak een close-up met een "echte" hand gebruikt. Verder zag men de poppen zelden lopen. De piloten werden met glijbanen naar hun toestellen gebracht, en op de rampplek maakten ze vaak gebruik van toestellen die men zou kunnen omschrijven als vliegende bromfietsen zonder wielen.

De stemacteurs voor de serie waren allen ervaren acteurs, van wie sommigen al langere tijd met Anderson hadden samengewerkt. David Holliday (die in het eerste seizoen de stem van Virgil deed) was de enige Amerikaan. Alle anderen waren Brits, Australisch of Canadees.
De Australische acteur Ray Barrett deed de stemmen van John Tracy, The Hood en enkele bijpersonages. Hij werkte al eerder met Anderson. Zo deed hij de stem van zowel Commander Shore als Titan in de serie Stingray. Hij kon zowel Amerikaanse als Australische accenten perfect imiteren. Hoewel normaliter Sylvia Anderson en Christine Finn de vrouwelijke (bij)personages in de serie voor hun rekening namen, deed Barrett de stem van de oudere Duchess of Royston in "The Duchess Assignment", tot grote hilariteit bij de rest van de crew.
De ervaren Canadese acteur Shane Rimmer (Scott) deed naast Thunderbirds ook mee aan latere Andersonproducties, waar hij ook scenario's voor schreef. Daarnaast verscheen hij in enkele James Bondfilms.

Rolverdeling
Sylvia Anderson .... Lady Penelope Creighton-Ward
Ray Barrett .... John Tracy, The Hood
Peter Dyneley .... Jeff Tracy
Christine Finn .... Tin-Tin, oma
David Graham .... Gordon Tracy, Brains, Parker, Kyrano
David Holliday .... Virgil Tracy (1965)
Shane Rimmer .... Scott Tracy
Jeremy Wilkin .... Virgil Tracy (1966)
Matt Zimmerman .... Alan Tracy
John Tate .... Bijpersonages
Charles Tingwell .... Bijpersonages (1966)
Paul Maxwell .... Bijpersonages (1966)
(Paul Maxwell, Charles Tingwell en John Tate werden niet in de aftiteling van de serie genoemd, maar Maxwell en Tingwell werden wel genoemd in de aftiteling van de films.)


Een cruciaal element van het succes van de serie was de (achtergrond)muziek. De muziek werd gecomponeerd door Barry Gray, die de muziek voor alle series van Anderson verzorgde tot en met Space: 1999 serie 1. Zijn "Thunderbirds March" is een van de bekendste televisiemelodiëen en is in de hele wereld geliefd bij onder andere militaire bands.
Gray schreef voor de aftiteling oorspronkelijk ook een nummer met tekst, maar die werd nooit gebruikt. Het nummer, "Flying High", dook uiteindelijk op in de aflevering "Ricochet", met veranderde tekst.


Een totaal van 32 afleveringen van Thunderbirds werd gemaakt tussen 1965 en 1966. De productie stopte plotseling in de herfst van 1966, toen het tweede seizoen nog maar zes afleveringen had. Dit was een beslissing gemaakt door Lew Grade na een onsuccesvolle poging de serie te verkopen in de Verenigde Staten. Volgens een rapport waren echter drie belangrijke Amerikaanse televisienetwerken, CBS, NBC en ABC, geïnteresseerd in de serie en Grade wilde ze tegen elkaar opzetten om een hogere prijs te kunnen vragen. Echter, toen een van hen het plotseling af liet weten, volgden de andere twee ook. Hoewel de serie in Engeland nog wel een hit was, vond Grade dat het te duur was geworden om nog door te gaan zonder interesse van Amerikaanse zenders.

In Nederland werd de serie uitgezonden vanaf september 1965 (eerder dan in Engeland) door de AVRO, één aflevering per maand, tot mei 1968. Na de zomervakantie van dat jaar zijn nog drie afleveringen herhaald. De eerste tien afleveringen werden nog in zwart-wit uitgezonden en waren voorzien van Nederlandse stemmen, vanaf september 1967 waren ze in kleur (een van de weinige kleurenuitzendingen in die tijd.

Sommige versies van de serie die werden uitgezonden door Fox Network en Amerikaanse bedrijven in de jaren negentig gebruikten opnieuw ingesproken stemmen en muziek.Berucht onder fans was Turbocharged Thunderbirds, een compleet aangepaste versie van de serie die alleen in 1995 korte tijd werd uitgezonden. Vliegscènes werden versneld en de Thunderbirds leefden in een cyberwereld die "Thunderworld" werd genoemd. Ze stonden in contact met twee kinderen die deze Thunderworld bewaakten en de Thunderbirds opdrachten gaven. In deze serie werden alle oorspronkelijke dialogen vervangen door andere en werden nieuwe verhalen (van bedenkelijk niveau) verzonnen op bestaande scènes uit de oude serie. In "The Uninvited" zijn enkele archeologen opeens T-shirtverkopers op weg naar de volgende discotent. Gerry Anderson was razend en liefhebbers van de serie waren eveneens niet te spreken. Deze versie van de serie verdween dan ook net zo snel als dat hij gekomen was.


De populariteit van de serie leidde tot de productie van twee bioscoopfilms, financieel gesteund door United Artists. In 2004 verscheen tevens een live-actionfilm. Geen van de films bleek een succes. De originele poppenversies uit 1966 en 1968 hadden goede poppen, modellen en effecten maar bevatten te weinig verhaal en te weinig Thunderbirds-rampen waardoor ze als televisieserie zo populair waren geworden. De live-actionfilm uit 2004 stamt uit de tijd dat allerlei bioscoopfilms gebaseerd op televisieseries werden uitgebracht - op een enkele na meestal onsuccesvol. Ook hier bleken de makers te weinig besef te hebben van wat de succesfactoren van de oorspronkelijke serie waren. Tezamen met het feit dat de producenten uit de Verenigde Staten kwamen en de oorspronkelijke serie nauwelijks kenden, leidde dit ertoe dat de film geen succes werd. De opmerking van regisseur Jonathan Frakes dat "this is not just a movie - it is an adventure, the first of many" is dan ook geen waarheid geworden.
Thunderbirds Are Go (1966)
Thunderbird 6 (1968)
Thunderbirds (2004)



Volgende week: Thunderbirds are go


Geen opmerkingen:

Een reactie posten